Criminelen, werkweigeraars en fraudeurs, een greep uit de groep mensen die in de Tweede Wereldoorlog bekend stonden als asociaal. De Nazi’s pakten deze groep op en stuurden hen zonder veroordeling naar doorvoer- of concentratiekampen. Maar er was nog een groep die bekend was onder de naam asociaal. De Duitse bezetter, maar ook de Nederlandse bevolking, vond dat deze mensen niet in de samenleving hoorden omdat ze ‘niet beschaafd’ waren. Daarom stuurden de Nazi’s hen naar de Rijksevacuatiekampen.
In de Tweede Wereldoorlog bestonden er naast concentratie- en doorvoerkampen ook evacuatiekampen. Hier woonden bijvoorbeeld evacués, mensen die door bombardementen hun huis waren verloren. Rense Havinga is schrijver van het boek: ‘De zwarte driehoek. De geschiedenis van de als 'asociaal' vervolgden, 1933-1945'. Hij legt uit: “er werden 24 Rijksevacuatiekampen voor oorlogsslachtoffers ingericht voor evacués die niet bij een gastgezin konden worden geplaatst. In de wandelgangen van de ministeries werden ze al snel aangeduid als ‘de asocialenkampen’.” Veel van de evacuatiekampen waren eerst werkkampen of buffers voor de doorvoerkampen geweest voor met name Joodse mensen.
In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 was een grote landelijke razzia gehouden. Daarna bracht de Duitse bezetter onder het mom van gezinshereniging de Joodse mannen die al in werkkampen zaten naar doorvoerkamp Westerbork. Hierdoor ontstond er ruimte in de kampen en verhuisden onder andere gezinnen naar deze kampen, die nu de naam evacuatiekampen kregen. Mensen leefden met het hele gezin in een gedeelte van een barak. Deze waren met schotten verdeeld, zodat ieder gezin wel zijn eigen plek had. De kampen waren vaak ver van de bewoonde wereld, omheind en het hek ging ’s avonds op slot. Een aantal kampen kregen een specifieke groep mensen vertelt Havinga: “Er was een kamp voor ‘zwakzinnige mannen’, ‘zwakzinnige vrouwen’ en voor gezinnen met tuberculose.”
Heropvoedingskampen
De Nazi’s zorgden voor begeleiding en hadden veel controle in de Rijksevacuatiekampen, zo hield de kampleiding toezicht op het eten door de distributiebonnen te beheren. Vanaf mei 1943 kregen de kampen een tweede doel. De kampen waren in het begin voornamelijk als noodopvang gebruikt, maar later kregen de kampen ook een rol als heropvoedingskamp. Dit zijn kampen waar gevangenen door middel van werk, propaganda en scholing worden 'heropgevoed’ naar de ideologie van de gezaghebbers. Havinga vertelt: “Het was geïsoleerde heropvoeding bestaande uit verplichte arbeid voor de mannen en huishoudles voor de vrouwen. De kinderen gingen naar de dorpsschool of werden naar een internaat gestuurd.” Dit waren bijvoorbeeld naailessen en de vrouwen leerden haren knippen. De kinderen uit het kamp kregen al snel een slechte naam in de nabijgelegen dorpen. De kinderen uit de dorpen pestte de kinderen uit het kamp en de bewoners uit de dorpen keken de gezinnen met een schuin oog aan in de kerk.
Heropvoedingskampen waren niks nieuws in Nederland. Al vanaf het begin van de 20e eeuw stuurden gemeenten bewoners die volgens de gemeenten ‘niet beschaafd’ waren naar aparte dorpen. De leiding van deze kampen leerden hen ‘goed gedrag’ aan. Ambtenaren controleerde de mensen namens de gemeenten regelmatig. Als ze goed gekeurd waren mochten ze terug verhuizen.
‘Asocialen’ in kamp Vught en Amersfoort
De Duitse bezetter vervolgden de asocialen en voerden hen later via doorvoerkampen naar concentratiekampen. In Nederland zaten de meesten van hen in kamp Amersfoort, Vught en Erika (een kamp in Ommen). Het is lastig om te zeggen over hoeveel mensen het precies gaat, maar waarschijnlijk waren er zo’n 2.700 asocialen verdeeld over deze drie kampen, schrijft Havinga in zijn boek. Zo’n driekwart van de gevangenen is gedeporteerd naar andere kampen, zo stuurden de Nazi’s de meeste mannen naar werkkampen. Van de 1445 personen die het label asociaal hadden gekregen en in kamp Amersfoort en Vught hadden gezeten, zijn 654 geregisterd als vrijgelaten. Dat ze uit het kamp waren vrijgelaten, betekende niet dat zij ook echt vrij waren benadrukt Havinga in zijn boek. Vaak stuurden de Duitse bezetter hen meteen of niet veel later naar een werkkamp.
Dwangarbeid in kamp Amersfoort
Bron: Nationaal Archief
Over vrouwelijke asocialen is aanzienlijk minder bekend. Wel is bekend dat er 70 vrouwen in kamp Vught hebben gezeten, nadat zij waren opgepakt in Rotterdam in 1943. Wie dit precies waren en wat er verder met hen is gebeurd is niet te achterhalen, behalve dat het voornamelijk over sekswerkers ging.
Asocialen de juiste term?
In de Tweede Wereldoorlog werden mensen uit verschillende groepen in de volksmond ‘de asocialen’ genoemd. Dit zijn bijvoorbeeld criminelen, sekswerkers, daklozen en alleenstaande moeders. Tegenwoordig heeft het woord asociaal een andere betekenis en gaat het voornamelijk over iemand die geen rekening houdt met anderen. Er zijn dan ook twijfels of asociaal wel de juiste term is voor deze groep. “Ik heb wel wat moeite met de naam asocialen, in de hedendaagse context. Ik zal hen dan eerder ‘slachtoffers van de vervolging van het naziregime’ willen noemen” vertelt Michel Rogier, die voorzitter van de Stichting Nationale Herdenking Den Haag is. “Het waren niet alleen de gewone criminelen, het gaat ook om werkweigeraars en mensen die uit nood moesten stelen in de hongerwinter.” Ook Rense Havinga, noemt deze groep liever anders: “Met de naam van het woord ‘asociaal’ is mensen groot onrecht aangedaan. Ik spreek niet van asocialen personen, maar van als ‘asociaal’ bestempelden.
Criminelen
De grootste groep mensen die de stempel asociaal hadden gekregen waren criminelen. Hun misdaden varieerden van handel in voedselbonnen tot het illegaal slachten van dieren. Het zelf slachten van dieren was voor de oorlog niet illegaal, maar was in de oorlog verboden om de gereguleerde distributie van eten te controleren. Een arbeidsbevel weigeren was ook illegaal, maar over het algemeen vielen de mannen die opgepakt waren nadat ze een oproep tot arbeid hadden geweigerd niet in de categorie asociaal. Vanaf het midden van de oorlog moesten mensen direct naar een concentratiekamp nadat zij waren opgepakt, in plaats van een rechtszaak af te wachten. Havinga: “Voor zo ver wij weten waren er geen veroordelingen nodig. De meeste van deze mensen waren niet echt arm. Het waren vaak arbeiders, of kleine ondernemers zoals een boer, slager of bakker.”
Kleuren driehoek in de concentratiekampen
De Nazi’s verdeelden gevangenen in concentratiekampen in verschillende categorieën die elk een eigen symbool en kleur hadden. De gevangenen die bekend stonden als asociaal kregen de kleur zwart. Criminelen waren een eigen categorie binnen de groep asociaal en kregen een groene driehoek. De kampleiders in de concentratiekampen pakten de asocialen in harder aan dan andere groepen. De heersende gedachte was dat de asocialen niet wilden werken en kregen juist daarom de zwaarste dwangarbeid. De overlevingskans van deze groep was klein in vergelijking met andere groepen. Zo stierven in kamp Flossenbürg 4 op de 5 gevangen die als asociaal bekend stonden.
Bron: Deutsches Bundesarchiv
Poster met uitleg over de verschillende driehoeken op de kleren van gevangenen
Rood: politiek gevangene
Groen: criminelen
Blauw: emigranten
Paars: Jehova’s getuigen
Roze: Seksuele misdrijven en homoseksuelen
Zwart: asocialen
Ster: Joden
Comentários